hardgekookt

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  hardgekookt    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• hard·ge·kookt

	stellend
onverbogen	hardgekookt
verbogen	hardgekookte
partitief	hardgekookts

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  hard bw  en  gekookt bn 

Bijvoeglijk naamwoord

hardgekookt

1. door koken stijf geworden (met name van eieren)

   ▸ 'Ze keek naar de schaal met eieren. 'Zouden die hardgekookt zijn? Wat denk jij?

   ▸ Hij kocht ze zelf namelijk nogal impulsief via de Duitse eBay: "Ik bood 6 euro voor 8 kaarten, gewoon om te kijken wat dat zou doen." Tot zijn verbazing bleek 's avonds dat hij de 8 kaarten nog gewonnen had ook. "Het is eigenlijk een uit de hand gelopen grap. Ik heb er nu nog twee over, voor een appel en een ei. Liefst hardgekookt."

2. ongevoelig, cynisch

• 
  Mechouiasla met stukjes hardgekookt ei
• 
  Een sandwich met hardgekookt ei

Vertalingen

    1. door koken stijf geworden (met name van eieren)   

Engels: hard-boiled (en)

Gangbaarheid

• Het woord hardgekookt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.