handelsmerk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • han·dels·merk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord handelsmerk handelsmerken
verkleinwoord handelsmerkje handelsmerkjes

Zelfstandig naamwoord

het handelsmerko

  1. (handel) vast herkenningsteken van een bedrijf
    • Een handelsnaam is wat anders dan een handelsmerk volgens mijn dochter die daar een scriptie over schrijft. 
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be