handelsfirma

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • han·dels·fir·ma
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord handelsfirma handelsfirma's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de handelsfirmav / m

  1. (economie) (handel) bedrijf dat producten koopt en verkoopt
     20 juni Via een agent vraagt de handelsfirma Trafigura aan afvalverwerker Amsterdam Port Services (APS) een offerte voor de inname van zogeheten slops: een mengsel van water, gasoline en caustic soda. De slops zitten aan boord van de door Trafigura gehuurde Griekse tanker Probo Koala, die een tijd voor Gibraltar heeft gelegen als drijvende opslag voor ruwe aardolie. APS biedt aan het afvalwater voor 12.000 euro te verwerken.[2]
     De komende maand moet onder meer de handelsfirma Trafigura zich voor de rechter verantwoorden. Trafigura was huurder van de Probo Koala. Ook de kapitein, de gemeente Amsterdam en afvalbedrijf Amsterdam Port Services (APS) worden gehoord.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2022 Weblink bron “Probo Koala: de feiten” (Maandag 21 juni 2010, 15:11), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2022 Weblink bron
    Edwin van den Berg
    “Rechtszaak Probo Koala begonnen” (Dinsdag 1 juni 2010, 12:35), NOS