hales

Uit WikiWoordenboek

Deens

Woordafbreking
  • ha·les

Werkwoord

hales

  1. lijdende vorm in de tegenwoordige tijd van hale

Zelfstandig naamwoord

hales, g

  1. onbepaalde vorm genitief enkelvoud van hale


Frans

Werkwoord

vervoeging van
haler

hales

  1. tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van haler
  2. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van haler


Noors

Woordafbreking
  • ha·les
Naar frequentie > 50000

Werkwoord

hales

  1. lijdende vorm van hale

Zelfstandig naamwoord

hales, m

  1. onbepaalde vorm genitief enkelvoud van hale


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
halar

hales

  1. aanvoegende wijs tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van halar
  2. gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van halar