habeo

Uit WikiWoordenboek

Latijn

Woordherkomst en -opbouw
  • Vermoedelijk van de Proto-Indo-Europese wortel gʰeh₁bʰ- en/of *ghab(h)-. Hoewel bijv. het Engelse have, het Duitse haben en het Nederlandse hebben zowel qua vorm als betekenis sterk overeenkomen met het Latijnse habere, verschillen taalkundigen van mening of de wortels in het PIE hetzelfde zijn (zie ook capere#Woordherkomst en -opbouw).[1][2][3]

Werkwoord

vervoeging van
habēre

habeō

  1. actief indicatief praesens, eerste persoon enkelvoud van habēre

Verwijzingen