haantje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • haan·tje
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord haantje haantjes

Zelfstandig naamwoord

het haantjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord haan

het haantjeo dim. tant.

  1. (voeding), (tweekleppigen) Cerastoderma edule op Wikispecies een schelpdier dat wel als voorafje gegeten wordt in mosselrestaurants
    • Wilt u wat haantjes vooraf? 
  2. (kevers) een keversoort uit de familie bladkevers (Chrysomelidae)
  3. (pejoratief) macho
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
altijd ergens als eerste bij zijn
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

het haantjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord haan

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be