gynaecologie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gy·nae·co·lo·gie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gynaecologie -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gynaecologiev

  1. (medisch) specialisme voor problemen die specifiek betrekking hebben op vrouwen (met name het vrouwelijk voortplantingssysteem)
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen