grootheidswaanzin

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • groot·heids·waan·zin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grootheidswaanzin -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de grootheidswaanzinm

  1. (medisch) geestesziekte die zich uit in ingebeelde grootheid en zelfoverschatting
    • het management van de Belgische bank leed aan grootheidswaanzin door te trachten de grotere partner over te nemen en veroorzaakte daarmee de ondergang van de bank 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen