grondslag

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • grond·slag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grondslag grondslagen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de grondslagm

  1. metselwerk in de grond waarop een gebouw kan rusten
  2. datgene waarop een beschouwing, ontwerp, redenering e.d. berust
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen