groepspsychologie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- groeps·psy·cho·lo·gie
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van groep en psychologie met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | groepspsychologie | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de groepspsychologie v
- (psychologie) de studie van het (psychologisch) functioneren van een mens binnen een groep
Gangbaarheid
- Het woord 'groepspsychologie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.