gringo
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- grin·go
Woordherkomst en -opbouw
- van het Spaans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gringo | gringo's |
verkleinwoord | gringootje | gringootjes |
Zelfstandig naamwoord
de gringo m
- niet-Spaanstalige buitenlander (met name Engels sprekend) in Spaans-Amerikaanse landen
Gangbaarheid
- Het woord gringo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gringo" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be