griepprik
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: griepprik (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣriprɪk / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈχriprɪk/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈɣriprɪk/
Woordafbreking
- griep·prik
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van griep en prik
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | griepprik | griepprikken |
verkleinwoord | griepprikje | griepprikjes |
Zelfstandig naamwoord
de griepprik m
- (medisch) een injectie met een vaccin tegen het griepvirus
- Heb je je griepprik al gehad?
Vertalingen
1. een vaccinatie tegen een griepvirus
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord griepprik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal