graffiti

Uit WikiWoordenboek
Theo Bos op Wikipedia (nl) in graffiti
Een aanklacht tegen de Russische invasie van Oekraïne (2022) op Wikipedia (nl) in graffiti
Een brievenbus beklad met graffiti

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • graf·fi·ti
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit Engels graffiti (uit Italiaans mv graffiti) in de betekenis van ‘leuzen aangebracht op muren e.d.’ aangetroffen vanaf 1983 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord graffiti graffiti
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de graffitimv

  1. met viltstift of spuitbus aangebrachte figuren of teksten op muren enz.
Afgeleide begrippen
Opmerkingen
  • Onder Nederlandse jongeren is de pseudo-Engelse uitspraak [ˈɡɹɛfɪtɪ] courant geworden, vergelijk Engels (VK) [ɡɹəˈfiːti], (VS) [ɡɹəˈfiti].

Zelfstandig naamwoord

de graffitimv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord graffito

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen


Italiaans

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

  1. de graffitimv
  2. meervoud van het zelfstandig naamwoord graffito

Werkwoord

  1. voltooid deelwoord m mv van graffiare “(be)krassen, krabben