gold

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gold

Werkwoord

vervoeging van
gelden

gold

  1. enkelvoud verleden tijd van gelden
    • Ik gold. 
    • Jij gold. 
    • Hij, zij, het gold. 
     In zijn tijd gold Antonius als een zo'n begenadigd preker dat hij zelfs de vissen kon doen luisteren. Hij was tijdens zijn leven al zo geliefd dat paus Gregorius IX hem binnen een jaar na zijn dood in 1231 heilig verklaarde.[1]


Gangbaarheid

84 % van de Nederlanders;
78 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Italianen in de rij voor St. Antonius” (Maandag 15 februari 2010, 15:51), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be


Angelsaksisch

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

gold o

  1. goud, schat


Engels

Periodiek systeem der elementen (eng)
H He
Li Be B C N O F Ne
Na Mg Al Si P S Cl Ar
K Ca Sc Ti V Cr Mn Fe Co Ni Cu Zn Ga Ge As Se Br Kr
Rb Sr Y Zr Nb Mo Tc Ru Rh Pd Ag Cd In Sn Sb Te I Xe
Cs Ba * Hf Ta W Re Os Ir Pt Au Hg Tl Pb Bi Po At Rn
Fr Ra ** Rf Db Sg Bh Hs Mt Ds Rg Cn Nh Fl Mc Lv Ts Og
* La Ce Pr Nd Pm Sm Eu Gd Tb Dy Ho Er Tm Yb Lu
** Ac Th Pa U Np Pu Am Cm Bk Cf Es Fm Md No Lr
Uitspraak
enkelvoud meervoud
gold -

Zelfstandig naamwoord

gold

  1. (element) goud

Bijvoeglijk naamwoord

gold

  1. gouden


Gronings

Zelfstandig naamwoord

gold

  1. (element)(scheikunde) goud; een edelmetaal met atoomnummer 79. Het is een geel metalliek overgangsmetaal
Afkorting


Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

gold

  1. (element)(scheikunde) goud; een edelmetaal met atoomnummer 79. Het is een geel metalliek overgangsmetaal
Schrijfwijzen
Afkorting

Meer informatie