goedleers
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- goed·leers
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van goed en leer ww met het achtervoegsel -s
stellend | |
---|---|
onverbogen | goedleers |
verbogen | goedleerse |
partitief | goedleers |
Bijvoeglijk naamwoord
goedleers [1]
- goed kunnende leren
Verwante begrippen
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord goedleers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "goedleers" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be