godsdienstonderwijzer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gods·dienst·on·der·wij·zer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van godsdienst en onderwijzer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | godsdienstonderwijzer | godsdienstonderwijzers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de godsdienstonderwijzer m
- (beroep), (religie) (onderwijs) iemand die godsdienstonderwijs geeft
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord godsdienstonderwijzer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.