goði
IJslands
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- Het woord stamt uit het Protogermaans.
Zelfstandig naamwoord
goði m
- (religie), (mythologie) een heidens priester en stamhoofd in de Germaanse mythologie
Oudnoords
Woordafbreking
- go·ði
Zelfstandig naamwoord
goði m
- (religie), (mythologie) priester
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | goði | |||
genitief | ||||
datief | ||||
accusatief |
Categorieën:
- Woorden in het IJslands
- Woorden in het IJslands van lengte 4
- Woorden in het IJslands met audioweergave
- Woorden in het IJslands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het IJslands
- Religie in het IJslands
- Mythologie in het IJslands
- Woorden in het Oudnoords
- Woorden in het Oudnoords van lengte 4
- Zelfstandig naamwoord in het Oudnoords
- Religie in het Oudnoords
- Mythologie in het Oudnoords