globe

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • glo·be
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans of Latijn, in de betekenis van ‘wereldbol’ voor het eerst aangetroffen in 1588 [1]
  • van het Frans [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord globe globen
globes
verkleinwoord globetje globetjes

Zelfstandig naamwoord

globe v / m [4]

  1. bol waarop de oppervlakte van de aarde of de sterrenhemel is afgebeeld
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Frans
enkelvoud meervoud
globe globes

Zelfstandig naamwoord

globe

  1. wereldbol


Frans

Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  globe     globe     globes     globes  

Zelfstandig naamwoord

globe

  1. wereldbol
  2. wereld, aarde


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /glɔbɛ/, /glɔːbɛ/
Woordafbreking
  • glo·be

Zelfstandig naamwoord

globe

  1. vocatief enkelvoud van globus
Synoniemen