gigant

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  gigant    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• gi·gant

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	gigant	giganten
verkleinwoord	gigantje	gigantjes

Zelfstandig naamwoord

de gigant m

1. (mythologie) reus uit de Griekse mythologie
2. reusachtig grote entiteit

Hyponiemen

   

autogigant bankgigant beursgigant biergigant bouwgigant chemiegigant chipgigant computergigant dotcomgigant elektronicagigant energiegigant farmaciegigant fastfoodgigant frisdrankengigant frisdrankgigant gasgigant hamburgergigant hijsgigant industriegigant internetgigant levensmiddelengigant luchtvaartgigant mediagigant meubelgigant oliegigant onroerendgoedgigant papiergigant softwaregigant staalgigant staatskasgigant supermarktgigant tabaksgigant telecomgigant telecommunicatiegigant telefoongigant textielgigant titaniumgigant verzekeringsgigant voedingsgigant voedingsmiddelengigant zoekgigant zuivelgigant

Afgeleide begrippen

• gigantesk, gigantisch, gigantisme

Vertalingen

    1.   

Spaans: gigante (es)

Gangbaarheid

• Het woord gigant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gigant" herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Pools

Uitspraak

• IPA: /ɡʲiɡant/
• Geluid:  gigant    (hulp, bestand)

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het Oudgriekse γίγας

Zelfstandig naamwoord

gigant m

1. (mythologie) gigant; reus uit de Griekse mythologie
2. gigant; reusachtig grote entiteit

Afgeleide begrippen

• gigancki
• gigantka v
• gigantyzm m

Verwante begrippen

• gigantyczność v
• gigantyczny

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Slowaaks

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het Oudgriekse γίγας

Zelfstandig naamwoord

gigant m

1. (mythologie) gigant; reus uit de Griekse mythologie
2. gigant; reusachtig grote entiteit

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /ɡɪɡant/

Woordafbreking

• gi·gant

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het Oudgriekse γίγας

Zelfstandig naamwoord

gigant mbezield

1. (mythologie) gigant; reus uit de Griekse mythologie
2. (figuurlijk) gigant

   «Byl to dramatický okamžik v dějinách umění, když tito dva giganti (Michelangelo a Leonardo) soutěžili o palmu vítězství.»

   Het was een dramatisch ogenblik in de geschiedenis van de kunst toen deze twee giganten (Michelangelo en Leonardo) streden om de palm van de overwinning.

Verbuiging

		enkelvoud	meervoud
nominatief		gigant	giganti
genitief		giganta	gigantů
datief	korte vorm	gigantu	gigantům
	lange vorm	gigantovi
accusatief		giganta	giganty
vocatief		gigante	giganti
locatief	korte vorm	gigantu	gigantech
	lange vorm	gigantovi
instrumentalis		gigantem	giganty

Synoniemen

• obr

Afgeleide begrippen

• gigantismus monbezield
• gigantka v

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch / Duits)

Zelfstandig naamwoord

gigant monbezield

1. gigant; reusachtig grote entiteit

Verbuiging

	enkelvoud	meervoud
nominatief	gigant	giganty
genitief	gigantu	gigantů
datief	gigantu	gigantům
accusatief	gigant	giganty
vocatief	gigante	giganty
locatief	gigantu	gigantech
instrumentalis	gigantem	giganty

Afgeleide begrippen

• gigantický
• gigantomachie v
• gigantomanie v

Verwante begrippen

• giganticky (bw.)
• gigantičnost v
• gigantství o

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)