gezwind

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·zwind
Woordherkomst en -opbouw
  • [A] in de betekenis van ‘rap’ voor het eerst aangetroffen in 1599 [1][2]
  • [B] vervoeging van zwinden: de stam met omvoegsel ge- -d, zonder -d omdat de stam al op -d eindigt [3]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen gezwind gezwinder gezwindst
verbogen gezwinde gezwindere gezwindste
partitief gezwinds gezwinders -

Bijvoeglijk naamwoord

[A] gezwind

  1. (formeel) zich vlug voortspoedend
    • We gaan gezwind verder. 
Uitdrukkingen en gezegden
  • Met gezwinde spoed
Erg gehaast
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van: zwinden…
geen verbogen vorm

gezwind

  1. voltooid deelwoord van zwinden

Gangbaarheid

81 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen