gezichtshoek

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  gezichtshoek    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ge·zichts·hoek

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  gezicht zn  en  hoek zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	gezichtshoek	gezichtshoeken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gezichtshoek m

1. de ruimtelijke hoek waaronder beeldschermen en displays van apparaten zijn af te lezen

   • Verder kunnen er ook twee verschillende beelden worden weergegeven, het zogenoemde Picture in Picture (PinP). Meerdere chirurgen kunnen ook hetzelfde beeld vanuit hun eigen gezichtshoek te zien krijgen.  
   • Liefhebbers van strips kunnen ook van beeldverhalen genieten tijdens een wandeling door Brussel. Op verschillende plaatsen in de stad zijn in totaal 32 stripmuren ingericht. Je krijgt onderweg meteen Brussel vanuit een andere gezichtshoek te zien.  

2. (figuurlijk) de positie vanwaaruit men een bepaalde kwestie bekijkt en beoordeelt

   • Langerock: ‘Elk jaar weer voeren de studentenverenigingen dezelfde politieke debatten met dezelfde koppen die dezelfde dingen herhalen. Wij willen dieper doordenken over vele thema's en die vanuit andere gezichtshoeken bekijken.'  

Synoniemen

• [2] zienswijs, perspectief, invalshoek, oogpunt, standpunt, mening, opinie

Vertalingen

    1. de ruimtelijke hoek waaronder beeldschermen en displays van apparaten zijn af te lezen   

Engels: visual angle (en), angle of vision (en),

    2. de positie vanwaaruit men een bepaalde kwestie bekijkt en beoordeelt   

Engels: point of view (en),

Gangbaarheid

• Het woord gezichtshoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gezichtshoek" herkend door:

95 %	van de Nederlanders;
95 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.