gevangene

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·van·ge·ne
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gevangene gevangenen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de gevangenev / m

  1. iemand die gevangen genomen is
    • De gevangene wist, ondanks de strenge beveiliging, te ontsnappen. 
    • In een grote cirkel om hem heen stonden de Zwartnekken. Ze klemden de gevaarlijke waterpistolen in de rechterhand en hielden de gevangene scherp in de gaten. [1] 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Herzen, Frank
    De zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 103
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be