gesternte

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·stern·te
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘alle sterren’ voor het eerst aangetroffen in 1376 [1]
  • afgeleid van ster met het omvoegsel ge- -te dat een verzameling aangeeft [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord gesternte gesternten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het gesternteo

  1. al de sterren tezamen
  2. (astronomie) sterrenbeeld
  3. (astrologie) onderlinge stand van bepaalde sterren op een bepaalde tijd, waarvan men de gebeurtenissen op aarde afhankelijk acht
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

78 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen