gespreksthema

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·spreks·the·ma
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gespreksthema gespreksthema's
gespreksthemata
verkleinwoord gespreksthemaatje gespreksthemaatjes

Zelfstandig naamwoord

het gespreksthemao

  1. (communicatie) onderwerp waarover men met elkaar spreekt of wil spreken
     Michail Ivanovitsj wist absoluut niet wanneer «wij tweeën» zo over Bonaparte hadden gesproken, maar hij begreep dat hij als opstapje diende voor het geliefkoosde gespreksthema van de vorst en hij keek verbaasd naar de jonge vorst, onzeker wat er zou volgen.[1]
     Het wel of niet meespelen van Frenkie de Jong was vooraf het belangrijkste gespreksthema bij Ajax. De dirigent op het middenveld, die indruk maakte in de in 1-1 geëindigde thuiswedstrijd, bleek tijdig hersteld van zijn hamstringklachten, opgelopen tegen Excelsior.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  2. Bronlink geraadpleegd op 21 januari 2022 Weblink bron “Imponerend Ajax na 22 jaar weer in halve finales Champions League” (16-04-2019), NOS