geslachtloosheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·slacht·loos·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van geslachtloos met het achtervoegsel -heid
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | geslachtloosheid | geslachtloosheden |
| verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de geslachtloosheid v
- het geslachtloos zijn
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'geslachtloosheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.