geschreeuw

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·schreeuw
Woordherkomst en -opbouw

Naamwoord van handeling van schreeuwen met het voorvoegsel ge-

enkelvoud meervoud
naamwoord geschreeuw -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het geschreeuwo

  1. het telkens of aanhoudend schreeuwen
     Ik hoorde nog wat geschreeuw van onder in het dal en zwaaide dat alles oké was.[1]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be