gerouwd
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gerouwd (hulp, bestand)
- IPA: / ɣəˈrɑut / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /χəˈrʌʊβ̞t/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ɣəˈrʌːβ̞t/
Woordafbreking
- ge·rouwd
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van: | rouwen… |
geen verbogen vorm |
gerouwd
- voltooid deelwoord van rouwen