geoloog

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • geo·loog
Woordherkomst en -opbouw
  • met het voorvoegsel geo- en met het achtervoegsel -loog
enkelvoud meervoud
naamwoord geoloog geologen
verkleinwoord geoloogje geoloogjes

Zelfstandig naamwoord

de geoloogm

  1. (beroep) een wetenschapper die de aarde, haar geschiedenis en de processen die haar vormen en gevormd hebben, bestudeert
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be