genietbaar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·niet·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen genietbaar genietbaarder genietbaarst
verbogen genietbare genietbaardere genietbaarste
partitief genietbaars genietbaarders -

Bijvoeglijk naamwoord

genietbaar

  1. waar je plezier van kan hebben
    • Erg genietbaar zijn deze opnamen, ruim tachtig jaar na dato, allerminst. Zo’n hypergedistingeerde voordracht laat zich nu nauwelijks meer aanhoren. Maar curieus zijn ze wel. En ze vormen een betekenisvolle afsluiting van dit omvangrijke oeuvre-overzicht. Wie eerst alle hoogtepunten heeft beluisterd, krijgt ten slotte ook nog even te horen hoe het allemaal was begonnen. [1] 

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Henk van Gelder NRC 10 november 2015