genaturaliseerd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·na·tu·ra·li·seerd
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van naturaliseren: de stam met omvoegsel ge- -d
Werkwoord
vervoeging van: | naturaliseren… |
verbogen vorm: | genaturaliseerde |
genaturaliseerd
- voltooid deelwoord van naturaliseren