gemobiliseerd

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·mo·bi·li·seerd
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: mobiliseren…
verbogen vorm: gemobiliseerde

gemobiliseerd

  1. voltooid deelwoord van mobiliseren
     Hij zou zijn eerste hoorzitting gaan voeren, met de eis te winnen, ongeacht welke advocaat de tegenpartij had gemobiliseerd. Op dat punt was Henning heel duidelijk geweest, er was geen ruimte voor gepruts.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044633535