gemeenzaamheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·meen·zaam·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gemeenzaamheid gemeenzaamheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gemeenzaamheidv

  1. iets dat op ongedwongen, liefdevolle wijze gebeurt
     Zij openbaren zich aan elkaar en maken zeer grote familiariteit en gemeenzaamheid. Niets verbergen zij voor elkaar, tot de kleinste bijzonderheden toe.[2]
  2. iets dat al te gewoon en vanzelfsprekend is
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 22 november 2021 Weblink bron
    Johannes Groenewegen
    “Verborgen omgang” (30 november 2020), Reformatorisch Dagblad