gelukwens

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·luk·wens
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gelukwens gelukwensen
verkleinwoord gelukwensje gelukwensjes

Zelfstandig naamwoord

de gelukwensm

  1. belangstellingsbetuiging t.a.v. een gelukkige gebeurtenis die iemand is overkomen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
gelukwensen

gelukwens

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gelukwensen
    • ... dat ik gelukwens. 

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen