geluidsspoor
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·luids·spoor
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van geluid en spoor met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geluidsspoor | geluidssporen |
verkleinwoord | geluidsspoortje | geluidsspoortjes |
Zelfstandig naamwoord
geluidsspoor
- spoor op een band waarin het geluid is vastgelegd
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord geluidsspoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.