geloofwaardiger

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  geloofwaardiger    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ge·loof·waar·di·ger

Bijvoeglijk naamwoord

geloofwaardiger

1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van geloofwaardig

   ▸ En het werd niet veel geloofwaardiger van al het geklets over de 'massale immigratie'van joden die een einde aan de nationale Duitse identiteit dreigde te maken enzovoort.

   ▸ Omdat het er volwassener uitzag, kwamen mijn seksverhalen tenminste iets geloofwaardiger over dan die van veel anderen, ook al liepen veel jongens rond met condooms in hun portemonnee.