gekheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gek·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gekheid gekheden
verkleinwoord gekheidje gekheidjes

Zelfstandig naamwoord

de gekheidv

  1. grappige dwaasheid
  2. een gebrek aan gezond verstand
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen