gedragen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·dra·gen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘(zich ~) handelen, doen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1712 [1]
  • afgeleid van dragen met het voorvoegsel ge- [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
gedragen
gedroeg
gedragen
klasse 6 volledig

Werkwoord

gedragen [3]

  1. wederkerend zich ~: de manieren die iemand meest in de omgang met anderen aan de dag legt
    • Hij weet zich niet te gedragen. 
     Ze gedroegen zich in ieder geval alsof ze hier al weken bivakkeerden.[4]
     En ze wist hoe ze zich moest gedragen, zag er representatief uit en sprak vloeiend Duits, Engels en Frans. Ze wees naar de drie vlaggen op de revers van de blazer. Ik wist wat het betekende om 'je te gedragen', dat was simpelweg de opvoeding die je in deftige families kreeg.[5]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Anagrammen
Vertalingen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: dragen…
geen verbogen vorm

gedragen

  1. voltooid deelwoord van dragen
vervoeging van: gedragen…
geen verbogen vorm

gedragen

  1. voltooid deelwoord van gedragen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen