gedoog
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·doog
Werkwoord
vervoeging van |
---|
gedogen |
gedoog
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gedogen
- Ik gedoog.
- gebiedende wijs van gedogen
- Gedoog!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gedogen
- Gedoog je?
Afgeleide begrippen
- gedoogbeleid, gedoogbeschikking, gedoogconstructie, gedoogkabinet, gedoogpartner, gedoogruimte, gedoogstatus, gedoogsteun, gedoogzone
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.