gebrild
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·brild
Woordherkomst en -opbouw
- pseudodeelwoord afgeleid van bril zn met het omvoegsel ge- -d
stellend | |
---|---|
onverbogen | gebrild |
verbogen | gebrilde |
partitief | gebrilds |
Bijvoeglijk naamwoord
gebrild
- Met een bril op, voorzien van een bril
- Het product werd aangeprezen door een gebrilde deskundige in een witte jas.
Synoniemen
Vertalingen
1. met een bril op
Werkwoord
Woordherkomst en -opbouw
vervoeging van: | brillen… |
verbogen vorm: | gebrilde |
gebrild
- voltooid deelwoord van brillen
Gangbaarheid
- Het woord gebrild staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gebrild" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Pseudodeelwoorden in het Nederlands
- Omvoegsel ge- -d in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Voltooid deelwoord met ge- -d
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 74 %
- Prevalentie Vlaanderen 85 %