geblancheerd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·blan·cheerd
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van blancheren: de stam met omvoegsel ge- -d
Werkwoord
vervoeging van: | blancheren… |
verbogen vorm: | geblancheerde |
geblancheerd
- voltooid deelwoord van blancheren