gazet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ga·zet
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘krant’ voor het eerst aangetroffen in 1615 [1]
  • Afkomstig van het Franse gazette, dat zelf afkomstig is uit het Italiaanse gazetta wat oorspronkelijk een munteenheid was (ter waarde van een krant). Dit Latijnse woord was in de betekenis van schatkamer afkomstig uit het Grieks γαζα (gaza), dat komt van het Perzische ganj, schat.
enkelvoud meervoud
naamwoord gazet gazetten
verkleinwoord gazetje gazetjes

Zelfstandig naamwoord

de gazetm

  1. (media) klassiek massamedium, gedrukt op papier en primair gericht op het verspreiden van nieuws
    • Is de gazet van vandaag er al? 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

80 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen