gannovem
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gan·no·vem
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
de gannovem mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord gannef
- «Sam kon zich niet bedwingen. „Was 'n gannovem".»
- Sam kon zich niet bedwingen. "Wat een dieven."[2]
- «Sam kon zich niet bedwingen. „Was 'n gannovem".»