gane

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • ga·ne
Woordherkomst en -opbouw
  • Werkwoord: afkomstig van het Oudnoorse werkwoord gana
  • Zelfstandig naamwoord: verwant met het Oudnoorse zelfstandige naamwoord gan
vervoeging
onbepaalde wijs gane gane
tegenwoordige tijd ganer ganer
verleden tijd gana
ganet
gante
voltooid
deelwoord
gana
ganet
gant
onvoltooid
deelwoord
ganende ganende
lijdende vorm ganes ganes
gebiedende wijs gan gan
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak Klasse 2 zwak
opmerking optioneel optioneel

Werkwoord

gane

  1. onovergankelijk kieuwen en ingewanden verwijderen
Synoniemen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [2]: fjerne gan frå fisk
kieuwen en ingewanden verwijderen


  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   gane     ganen     ganer     ganene  
genitief   ganes     ganens     ganers     ganenes  

Zelfstandig naamwoord

gane, m

  1. (anatomie) gehemelte, palatum, verhemelte
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • den bløte ganen
het zachte gehemelte
Uitdrukkingen en gezegden
  • den harde ganen
het harde gehemelte


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • ga·ne
Woordherkomst en -opbouw
  • Werkwoord: afkomstig van het Oudnoorse werkwoord gana
  • Zelfstandig naamwoord: verwant met het Oudnoorse zelfstandige naamwoord gan
vervoeging
onbepaalde wijs gane
gana
gane
gana
tegenwoordige tijd ganar ganer [1]
ganar [2]
verleden tijd gana gante
voltooid
deelwoord
gana gant
onvoltooid
deelwoord
ganande ganande
lijdende vorm ganast ganast
gebiedende wijs gan
gana
gane
gan
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak Klasse 2 zwak

Klasse 3 zwak

opmerking optioneel optioneel

Werkwoord

gane

  1. onovergankelijk de hals uitstrekken, naar het weer uitkijken, staren
  2. onovergankelijk kieuwen en ingewanden verwijderen
  3. onovergankelijk de top van een boom (vooral van een loofboom) afhakken
Schrijfwijzen
Synoniemen
Verwante begrippen
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   gane     ganen     ganar     ganane  

Zelfstandig naamwoord

gane, m

  1. (anatomie) gehemelte, palatum, verhemelte
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • den blaute ganen
het zachte gehemelte
Uitdrukkingen en gezegden
  • den harde ganen
het harde gehemelte

Verwijzingen

  1. Vervoegingsklasse 2 zwak
  2. Vervoegingsklasse 3 zwak


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
ganar

gane

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van ganar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van ganar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van ganar