galon

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ga·lon
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘koordvormig weefsel op uniformen e.d.’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1704 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord galon galonnen, galons
verkleinwoord galonnetje galonnetjes

Zelfstandig naamwoord

galon m of o

  1. versierde langs de naad van een pantalon, in de vorm van een meegeweven op opgezette gekleurde draad, vooral op uniformen
Vertalingen

Gangbaarheid

55 % van de Nederlanders;
57 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen