galerijhouder
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ga·le·rij·hou·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van galerij en houder
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | galerijhouder | galerijhouders |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de galerijhouder m
- houder van een ruimte waar kunstwerken uitgestald worden, galeriehouder
Gangbaarheid
- Het woord galerijhouder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.