gadeslaat

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ga·de·slaat

Werkwoord

vervoeging van
gadeslaan

gadeslaat

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gadeslaan
    • ... dat jij gadeslaat. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gadeslaan
    • ... dat hij gadeslaat.