gaapte aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gaap·te aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aangapen

gaapte aan

  1. enkelvoud verleden tijd van aangapen
    • Ik gaapte aan. 
    • Jij gaapte aan. 
    • Hij, zij, het gaapte aan. 


Gangbaarheid