gaap aan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gaap aan
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aangapen |
gaap aan
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aangapen
- Ik gaap aan.
- gebiedende wijs van aangapen
- Gaap aan!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aangapen
- Gaap je aan?
Gangbaarheid
- Het woord gaap aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.