gaña

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
gañir

gaña

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van gañir
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van gañir
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van gañir