gåtur

Uit WikiWoordenboek

Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • gå·tur
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de Deense woorden en tur
Naar frequentie 11176
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   gåtur     gåturen     gåture     gåturene  
genitief   gåturs     gåturens     gåtures     gåturenes  

Zelfstandig naamwoord

gåtur, g

  1. ommetje, omzwerving, wandeling, zwerftocht

Verwijzingen